Bijna iedereen heeft wel een hoodie. Je komt de capuchontrui tegen op straat, op sportvelden en langs de lijn, op de catwalk, op kantoor of in de werkplaats. Voor sommige mensen is het niets meer dan een makkelijk en comfortabel kledingstuk, terwijl de hoodie voor anderen gepaard gaat met allerlei onvermijdelijke maatschappelijke en culturele connotaties. Die zetten de capuchon van de hoodie in het openbaar liever even af. Deze ongelijkheid, die je zou kunnen herleiden tot de vraag wie er ongehinderd één kan dragen, wordt door het nieuwe coronavirus opnieuw manifest: deze geldt feitelijk voor iedere vorm van gezichtsbedekking, zelfs als die uit medisch oogpunt ‘geaccepteerd’ is. Je zou zelfs kunnen zeggen dat dit het laatste politieke kledingstuk in de westerse mode is. In de tentoonstelling The Hoodie van schrijver en curator Lou Stoppard staat de hoodie als ‘verhalenverteller’ centraal, als drager van de meest uiteenlopende betekenissen.

De sweater-met-capuchon zegt veel over de tijd waarin we leven; er zijn verhalen aan verbonden over sociale ongelijkheid, jongerencultuur, verschillende subculturen, over racisme, privacy en angst – en natuurlijk ook gewoon over stijl.
In de gedaante zoals we die nu kennen werd de hoodie al in de jaren dertig een groot succes dankzij het merk Champion, dat werklieden er een praktische oplossing voor kou en regen mee bood. Tegenwoordig roept de trui een heel scala aan mogelijke emoties als angst, jaloezie, kameraadschap en zelfs woede op. Het kan je in extreme gevallen zelfs het leven kosten als je er één aanhebt.
Afhankelijk van gender, leeftijd, gedrag, etniciteit en plek op de wereld van wie ‘m draagt – en de vooroordelen en politieke opvattingen van de beschouwer – vertegenwoordigt de hoodie talloze boodschappen, ideeën en nuances. Op basis van de specifieke context kan de hoodie saai zijn of juist iconisch, burgerlijk of rebels, een veilig heenkomen bieden of agressie uitlokken, onzichtbaarheid en privacy bieden of een uitgesproken statement maken.
Eigenlijk roept de hoodie zo voortdurend de vraag op: wie heeft er het voorrecht om ‘m ongehinderd te dragen? (The New York Times)
De rijkdom aan verhalen die de hoodie vertelt is nauw verweven met verschillende discussies die op het moment gevoerd worden. Zo kun je je met een hoodie verzetten tegen de opkomst van een surveillancesamenleving waarin overal bewakingscamera’s hangen en gezichtsherkenningssoftware wordt toegepast; de hoodie past bij de explosieve populariteit van hiphopcultuur en de impact van helden uit dat genre op modetrends; hoodies kunnen bijdragen aan het uitdragen van androgynie en genderfluïditeit; de trui is illustratief voor het verdwijnen van regels op het gebied van formele kleding op de werkvloer, doordat er steeds meer op freelancebasis wordt gewerkt en groeiende sectoren als de tech-industrie een afkeer hebben van zulke ouderwetse formaliteit. Dit soort thema’s vormen samen de essentie van deze tentoonstelling, waarin kunstenaars en makers die in hun werk gebruik maken van hoodies een platform krijgen en de capuchontrui in de bredere context van de (mode)geschiedenis wordt geplaatst.
Lees meer over The Hoodie
samenwerkingen, programmering

Het Nieuwe Instituut is op zoek naar hoodies!
Open Call
Naast de unieke stukken van gerenommeerde merken en ontwerpers die in de tentoonstelling te zien zijn, willen we ook het verhaal én de betekenis van jouw hoodie delen!

On-site-programma The Hoodie Unravelled
In het kader van de langetermijnsamenwerking met Het Nieuwe Instituut ontwikkelt het Rotterdamse collectief Concrete Blossom een on-site spiegelprogramma bij de tentoonstelling The Hoodie. Op basis van de centrale vraag hoe, waar en door wie de cool van de hoodie tot stand wordt gebracht, wordt het kledingstuk onder de noemer The Hoodie Unravelled in allerlei opzichten ‘ontrafeld’.
Het Nieuwe Instituut
Museumpark 25
3015 CB Rotterdam
woensdag t/m zondag: 11:00 - 18:00